Verhalen maken zonder te praten

Geschreven door Jantien Mijwaart, beeldend therapeut

Natasja is een meisje van 5 jaar dat is aangemeld omdat zij erg stil is en op school vooral gericht op haar oudere zus. Natasja heeft al veel meegemaakt in haar jonge leventje, waarbij onverwacht verlies en afscheid grote thema’s zijn.

Mijn eerste doel is dat Natasja wat gaat zeggen in de therapie, dat doet zij namelijk niet. Ook het zelf initiatief nemen tot een activiteit is een doel, voordat het kan gaan over de (vervelende) dingen in haar leven (waarmee zij moet leren omgaan).

Ervaren

In onze maatschappij zijn we erg gewend om via de verbale taal te communiceren, dit meisje zal dat voorlopig niet gaan doen bij mij. Vaktherapie is bij uitstek een therapievorm waarbij ervaren centraal staat. In dit geval probeer ik steeds zo dicht mogelijk bij de beleving van Natasja te gaan staan en te bedenken wat zij nodig heeft zodat de spanning niet te hoog wordt, maar hanteerbaar voor haar. Lees hier hoe een dergelijke sessie verloopt, waarbij ik ook heb getracht een klein inkijkje te geven in mijn hoofd.

Natasja komt binnen. Ze zegt niets. Ze kijkt mij aan met vriendelijke ogen. Ik vraag wat ze op vakantie heeft gedaan. Ze lijkt na te denken, maar geeft geen antwoord. (Dit kan mogelijk leiden tot hogere spanning, ik moet ingrijpen). Ik stel voor dat ze er een tekening van maakt. Ze knikt. Ik vraag of ze een groot of een klein vel nodig heeft. Ze knikt bij de optie van een groot vel. Ik leg het papier voor haar neer en zet er potloden en stiften bij, zodat ze erbij kan. Ze lijkt te blokkeren. Ze krijgt een blik in haar ogen waar ik niet goed betekenis aan kan geven. Ze kijkt minder vrolijk, ze lijkt een beetje gespannen te worden. (dit is voor mij een teken dat ik moet ingrijpen om de spanning weer te verlagen). Ik zeg: “misschien is dit iets te lastig he, heb je zin om eerst met het zand en in de zandbak te spelen?” Ze kijkt me aan en knikt. Ik vraag of ze mee wil gaan naar de kamer waar de zandbak staat, ze knikt. We lopen er samen heen. Ik duw de zandbak op wieltjes naar mijn kamer, Natasja loopt voorop. Ik vraag of ze nog weet hoe de zandbak open gaat en doe het zelf al een beetje voor. Natasja snapt het en doet zelf de zandbak open. Er liggen nog spulletjes in, ik kijk er goed naar en vraag: “is dit nog van jou van de vorige keer?” Natasja geeft geen antwoord. Ik zeg dat ik nog een foto heb van de vorige keer en laat die zien. Ik wijs op de foto de spulletjes aan die nog hetzelfde liggen als nu in de zandbak.

In stapjes communicatie opbouwen

Natasja haalt de zandbak leeg, alle spulletjes legt ze op de rand. Ik help haar en leg het precies neer zoals zij. Dan is de zandbak leeg. Natasja kijkt mij aan. (dit is weer een moment dat ik iets moet doen om de leiding te nemen zodat de aandacht blijft en dat de spanning niet stijgt.) Ik zeg: “hebben we water nodig, Natasja?” Ze kijkt me blij aan en knikt. Natasja blijft in de kamer en is al bezig met het plaatsen van de spulletjes in het zand. Ze kijkt me aan als ik terug kom met het water. Ze kijkt me aan met een lege blik. Ze lijkt te blokkeren. Ik vraag of ze zelf het water erin wil doen. Ze schudt nee en blijft me aankijken met een lege blik. “Zal ik het erin doen?” Ze knikt en kijkt weer rustig. Natasja wijst en ik giet water op die plek. Natasja pakt het natte zand, maakt een bal in haar hand ermee en gooit met haar andere hand droog zand eroverheen. Het doet me denken aan het maken van pizzadeeg of koekjesdeeg. Ik zeg dat en vraag of ze wel eens koekjes bakt. Ze knikt. Ze gaat door, zeer geconcentreerd. Kijkt mij niet aan, ze zit in haar eigen wereld. Ze plaatst met een bepaalde haast alle stukken in het zand. Haalt het soms weer weg, en plaatst het ergens anders. Ze graaft in het zand met haar handen, het lijken wel kleine pootjes van een dier, het doet me denken aan een kat. (Ik trek me terug, maar blijf ook aanwezig, als ik merk dat Natasja hulp nodig heeft of als ik iets zie wat ik kan doen wat niet teveel inhoudelijk een stempel drukt, maar echt ondersteunend is, doe ik dat). Het droge zand is erg hard en Natasja moet hard krabben en graven om het los te krijgen. Ik pak een schelp en maak het los, zodat ze steeds een voorraadje heeft voor haar natte zandbal. Er lijkt een bepaalde mate van urgentie te zijn in de manier waarop ze met het zand werkt. Ze werkt haastig, maar ze raffelt niet af.

Zowel de eerste sessie als in deze sessie komt de grote schelp terug als een belangrijk voorwerp. Ze legt het steeds in het zand, maar haalt het er dan weer uit. Alsof ze maar niet goed kan bepalen hoe de schelp moet liggen. Op een gegeven moment wil ze het graag schoon hebben, zie ik. Ze probeert het zand eraf te vegen, maar omdat haar handen onder het zand zitten, lukt dat niet helemaal en veegt ze er steeds weer zand op. (ik besluit dat ik kan helpen om het proces te laten doorgaan). Ik pak de waterfles en kijk haar aan, ze biedt de schelp aan en ik giet het water erover. Ze legt hem terug in het zand. Er is nog een schelp, die is minder bol en die zet ze rechtop in het zand, achter de andere schelp. De vorige sessies zette ze de grote schelp ook rechtop. (Het doet me denken aan een grafsteen, maar probeer deze gedachte weer te laten gaan, omdat ik samen met Natasja in het onbewuste wil blijven en geen duiding wil geven aan wat ik zie).

Het ritueel van het schoonmaken van de schelp herhaalt ze een paar keer. Dan gaat ze alle steentjes schoonmaken in een bakje, ik giet steeds water in het bakje zodat zij het kan gebruiken om schoon te maken. Als ze nieuw water nodig heeft, biedt ze het bakje aan, zodat ik weet dat ik er water in kan gieten. Deze samenwerking spreken we af zonder woorden te gebruiken. Na het schoonmaken van de steentjes gooit ze ze in de bak.

De fles water is leeg en ik vraag of ze nog meer water nodig heeft, ze knikt. Het water gebruikt ze nu om het zand nat te maken. Het is erg nat, modderachtig. Ze gooit er droog zand bij en het heeft steeds een andere substantie. Het wordt steeds dikker, een soort drillerige drab. Ze kneedt verwoest in het zand, alsof ze brooddeeg aan het maken is, haar hele lichaam doet mee. Ze wisselt het kneden af met erop slaan, zachtjes, zodat de modder lichtjes op een neer beweegt.

Dan maakt ze ineens een gat in het zand en stopt ze alle steentjes, die ze nog in het zand kan vinden, in het gat. Ze gooit het gat dicht met zand. De steentjes zijn niet meer zichtbaar. De schelpen gaan eroverheen. Ze vindt nog een steentje en het gat gaat weer open zodat het steentje erbij kan. Het gat gaat weer dicht, de schelpen worden nu ook verstopt onder het zand.

Dan is het tijd, ik zeg dat zacht tegen Natasja. Ik probeer het juiste moment te vinden, want ze zit nog zo in haar verhaal dat ik haar eigenlijk niet wil storen. Ze kijkt me wat verbaasd aan. Ik zeg dat ze dit nog even af mag maken en dat we dan weer naar de wachtkamer gaan. Ik vraag of ze het jammer vindt. Ze geeft geen antwoord en blijft me weer aankijken met die lege blik.

Ze luistert naar mij, maakt het af door nog wat zand erover te gooien en kijkt me dan aan. Ik zeg: “klaar?” Ze knikt. We wassen onze handen en gaan weer naar de wachtkamer.

In de 11e sessie heeft Natasja voor het eerst gepraat tegen mij. Daarna is ze steeds meer gaan zeggen en nu (na 15 sessies) praat ze zoals elk gemiddeld kind. Ze neemt daarbij ook initiatief tot activiteiten. De voorwaarden zijn geschept om verder samen te gaan ontdekken wat ze anders zou willen.